rolandenbarbara.reismee.nl

Genieten (?) van natuurschoon

Als je de bergen in gaat moet je een wandelstok. Die is helemaal niet handig, maar dat doet er niet toe: het hoort erbij, je kan er leuk mee over de grond slepen of je kind de takken mee van de bomen laten slaan. En een grote gele plasticzak met armen en benen eraan, om je te beschermen tegen wind en regen. En natuurlijk een gids met een vlag, die je vertelt wat je ziet. Gelukkig beschikt die gids ook over een microfoon met geluidsversterking XH (Extra Hard, met en zonder galm), want anders komt ‘ie niet boven het gekakel van je groepsleden uit en dan kun je niet horen wat je ziet.
Eten en drinken is er in overvloed op de berg. Iedereen heeft namelijk, zoals schijnbaar altijd in China, tassen vol eten en thermosbekers met thee bij zich en daarnaast zijn er ook nog stalletjes met noodles, soep, kippenpoten, worstjes op een stokje en gekookte eieren in soorten en maten. Restaurantjes en bankjes zijn er weinig, maar da's geen probleem: als het etenstijd is ga je gewoon met je groep op of naast het pad op de grond zitten en stal je je etenswaren om je heen uit. Beetje lastig voor de overige wandelaars, maar ach...die wringen zich er wel langs, net als de dragers dit met pakketten van naar schatting zo'n honderd kilo de berg op lopen. Want als we boven zijn is het eten op en moet er nieuw gekocht en er gaat geen weg of kabelbaan naar de top...
Bij sommige uitzichtpunten sta je in de rij vanwege de drukte en als het te lang duurt piep je gewoon voor. Want hoewel dat niet meer gebruikelijk is in het moderne China, valt het niet altijd mee om van die oude gewoonte af te komen.

Het wandelen in de Chinese bergen beantwoordde niet geheel aan onze verwachting. Illusies over het in serene stilte genieten van geweldige uitzichten op de granieten pieken van de Huangshan Mountains verdwenen al snel in de mentale afgrond, om plaats te maken voor bovenstaande ervaringen. Ondanks deze ontnuchtering genoten we van ons bergavontuur, te meer omdat we er de volgende dag in slaagden een wat minder belopen route te ontdekken, waar het veel rustiger was.

We vermaken ons nog steeds uitstekend hier in China, ondanks maar juist ook dankzij ervaringen zoals hierboven beschreven. Het reizen in dit zich in rap tempo ontwikkelende en moderniserende land is, als je de moeite neemt om je huiswerk te maken, gemakkelijk en comfortabel. Ho(s)tels zijn goed, schoon en medewerkers spreken vaak voldoende Engels, zeker in de hostels en rondom de toeristische attracties. Onze ‘Wat en hoe Chinees' met bijbehorend plaatjesboekje slepen we inmiddels al zes weken ongebruikt mee. Het openbaar vervoer is alom aanwezig, frequent, goedkoop en goed en anders is de betaalbare taxi een goed alternatief. De tijd van ‘nine million bicycles in Beijing' is voorbij: fietsen is voornamelijk voor de toeristen, alleen op het platteland zie je nog een enkele (bak)fiets voorbij komen.
Eten is beschikbaar voor alle smaken: Chinees, Westers, goedkoop, duur, kant&klaar uit de supermarkt, voor elk wat wils. We zijn nog niet ziek geweest en horen ook van medereizigers zelden dat zij klachten hebben. Voor wat betreft de smog lees je vaak dat dat veel voorkomt in China, maar wij hebben er tot op heden nog geen last van gehad. Inderdaad, de lucht is vaak niet helder en met name op het platteland rijden nog voertuigen die zwarte brandstofwolken uitbraken, maar in de steden is enorme vooruitgang geboekt door de introductie van de elektrische scooters, die schoon en stil zijn. De Olympische Spelen in Beijing in 2008 zijn door de Chinese regering aangegrepen om heel veel veranderingen in moordend tempo door te voeren. Daar kunnen wij met onze poldermentaliteit beslist een puntje aan zuigen! De introductie van de genoemde scooters, bijvoorbeeld, heeft binnen een tijdsbestek van twee maanden plaatsgevonden: in de binnenstad van Beijing werden eenvoudig scooters met benzinemotoren verboden en voila...iedereen stapte gewoon over op de schone elektrische versie. Moet je in Nederland eens proberen...

En de horrorverhalen over het wijdverbreide rochelen, op de grond spugen en snuiten en de harde muziek in bus of trein dan? Ook zo goed als verleden tijd. Slechts de oude generatie mikt de schillen van het gepelde eitje nog onbekommerd op de grond of kwakt eens een lekkere rochel in het plantsoen, maar die keren kun je per dag op één hand tellen. Nee, de eens zo glibberige bodem is inmiddels vervangen door schone straten en trottoirs en afvalbakjes in de bus en trein (waar je dan wel in mag spugen als je van je ‘gifstoffen' af moet), die bijgehouden worden door talloze straatvegers, schoonmakers en ander afvalverwijderend personeel. En snuiten in een zakdoek is ook al heel gewoon. Kortom: voor iedereen die van een rijke cultuur en natuur (waarover zo meteen meer) en een klein beetje avontuur houdt, bevelen wij China van harte aan als vakantiebestemming, ook met kinderen.

Na de Huangshan Mountains vlogen we in zo'n twee uur vanuit Hangzhou naar Guilin, een reis die anders tweeëntwintig uur met de trein had geduurd. Na een vertraagde aankomst in het hostel om 0:30 uur, reisden we de volgende ochtend al vroeg door naar de Dragon's Backbone Rice Terraces, een gebied dat zo heet omdat de op de bergrug gelegen rijstterrassen net de ruggengraat van een draak lijken. Het is een prachtig gebied en we hadden het geluk in het minst toeristische gedeelte uitgekozen te hebben, zodat we deze keer wel in heerlijke rust van de prachtige omgeving konden genieten. De heuvels worden bevolkt door ethnische minderheden, van wie de vrouwen van één volk bekend staan om hun enorm lange haren. Onderweg kwamen we dan ook een dame tegen, die voor vijf Yuan (ca. 65 cent) graag haar lange haren aan ons en enkele andere toeristen toonde. Vanuit onze hotelkamer, bijna boven op een berg, hadden we een prachtig uitzicht over de rijstterrassen en bij 's morgens vroeg zaten we dan ook, in onze dekbedjes gehuld, voor het raam te kijken naar de zonsopgang.
Met het shuttlebusje hobbelden (!) we twee dagen later weer drieeneenhalf uur terug naar Guilin, vanwaar we een bus van ca. anderhalf uur naar Yangshuo namen en afsloten met een taxirit van tien minuten naar ons hotel in een dorpje vlakbij: The Giggling Tree Guesthouse. Het gebied rond Yangshuo is beroemd vanwege het karstgebergte: hoge, steile bergjes in een vlak landschap, die zijn ontstaan door het met de regen wegsijpelen van het zachtere kalkgesteente. The Giggling Tree is een soort Nederlandse ‘enclave', die gerund wordt door Nederlandse eigenaars met hun Chinese personeelsleden. Een heerlijke plek om een aantal dagen te ‘pauzeren' van het voortdurende rondreizen. Bij aankomst leek ons verblijf letterlijk in het water te gaan vallen door voorspellingen van dagenlange regen, maar na een dag klaarde het op en konden we heerlijke wandel- en fietstochten maken door de ontroerend mooie omgeving. Schitterend skylines van puntbergjes, rivieren omlijst door tropisch aandoende begroeiing en kleine boerendorpjes waar het water nog uit de put komt in plaats van uit de kraan en, heel banaal, de mogelijkheid om gewoon weer eens in je moerstaal met de mensen om je heen te praten. Want Nederlanders zijn we nog maar mondjesmaat tegengekomen tot nu toe. De ontdekking van The Last Emperor in de dvd-voorraad leidde tot een ‘feels-like-home'-avond voor de buis, ook wel weer eens lekker na inmiddels meer dan twee maanden onderweg!

Reacties

Reacties

irma

Na terugkomst van in vergelijking een bezadigde vakantie in Griekenland.Geniet ik weer van jullie geweldige zou haast zeggen profesionele reisbeschrijvingen.Heerlijk.Zie er iedere keer weer naar uit.Dagdag.Irma.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!