rolandenbarbara.reismee.nl

In (Zuid-)Holland staat een huis…

...en wij gaan het kopen! Althans: een appartement in het groene Rotterdamse Ommoord, op twee straten fietsen van de recreatiegebieden rondom de Rotte(meren) en de Zevenhuizer Plas. Volgens de koopovereenkomst betreft het de (deel-)gemeente Hillegersberg, dus we gaan nog op stand wonen ook

\"Laughing\"

Inmiddels zijn we alweer een dikke maand in Nederland. Na zo\'n drie weken in het mooie Peru vlogen we op 28 april vanuit de hoofdstad Lima (via Miami en Londen) naar Amsterdam en waren we ruim 24 uur later weer ‘thuis\'. Dat wil zeggen: op ons eerste logeeradres in Nederland, want voorlopig zijn we weliswaar niet dakloos, maar nog steeds wel thuisloos. Maar dat laatste gaat dus binnenkort veranderen! Op 25 juni krijgen we de sleutel van ons nieuwe thuis, dat zich uit het oogpunt van studie en carrièremogelijkheden de komende jaren in Rotterdam zal bevinden. We kijken er naar uit en staan te popelen om onze mouwen op te stropen en aan de slag te gaan, want is een behoorlijke klusuitdaging. Gelukkig zijn wij niet vies van hard werken en vinden we het heerlijk om ons eigen stempel op een woning te drukken.

Maar eerst nog even terug naar Peru. Vorige keer schreven wij al over onze algemene indrukken, maar we delen ook graag nog wat meer details van onze reisroute met jullie.

Onze eerste stop was Arequipa, een mooie stad met een sfeervol historisch centrum. We bezochten de kathedraal met het bijbehorende museum en het heel bijzondere Santa Catalinaklooster, dat wel een dorp binnen de stad leek, omdat de ‘cellen\' (feitelijk woonhuizen) van de meestal rijke nonnen langs straatjes gelegen waren. In het museum Santury, waar het om onduidelijke reden slechts 16 graden was, bekeken we de kindmummies van de Inca\'s en een documentaire over de gecompliceerde expedities naar de op grote hoogte gelegen vindplaatsen daarvan. Daarna stond een driedaagse trekking in de Colca-Canyon, één van de diepste canyons ter wereld, op het programma. Voor dag en dauw (lees: 03.00 uur \'s morgens!) vertrokken we uit ons hostel, om precies op tijd te komen om de imposante condors te zien vliegen langs de bovenrand van de canyon. De condors zweven namelijk op de thermiek en die is het beste rond half tien \'s ochtends, als de canyon begint op te warmen door de zon. Daarna daalden we af, de canyon in, voor een mooie trekking langs kleine dorpjes en uitzichtpunten.

Over een pas van maar liefst 4800 m bereikten we, daarna, met de bus door naar Puno, een lelijke en oninteressante stad aan het Titicacameer. Het was daar hard werken voor onze harten, door de hoogte van zo\'n 3800 m, dus deden we het rustig aan met een tweedaagse boottocht naar een aantal eilanden in het meer. We bezochten de (erg toeristische, maar toch leuke) drijvende rieteilanden Uros en overnachtten in een eenvoudig guesthouse op Amantani. Onze gastvrouw, ‘mama\' Anselma, was een schattige dame en prima kokkin, die er knap uitzag in haar traditionele tenue. Op het hoogste punt van het eiland bezochten we de ruïnes van de Pachamama (maan-) tempel, vanwaar we ook een prachtig uitzicht hadden en genoten van de zonsondergang Minder gecharmeerd waren we van het ‘verkleedfeestje\' die avond, waarbij van ons verwacht werd dat we ons in traditionele kleren uitdosten en gingen dansen in het gemeenschapshuis van het dorp. Een evenement waar naar ons idee noch de inwoners noch de toeristen echt op zaten te wachten...
Het eiland Taquile was moderner dan we verwachtten, maar wel goed voor een mooie wandeling, breiende mannen en een heerlijke lunch van gebakken forel op een terras met uitzicht over het Titicacameer.
Vanuit Puno maakten we nog een uitstapje naar de Sillustani Torens, die dienden als (familie-)graven. Onderin de toren, toegankelijk door een kleine ingang op het oosten, werd een bijenkorfachtige tombe gemaakt, waarin de doden in foetushouding werden begraven. Vervolgens werd er een toren omheen gebouwd, waarvan de hoogste 12 meter is. Bij de torens waren ceremoniële plekken, die nog steeds worden gebruikt, om te bidden en te offeren. Er liepen een paar hippie-achtige figuren rond, die blijkbaar probeerden de mystieke Inca-energie tot zich te laten doordringen (op een wijze die zowel bij ons als bij de Indiaanse bewaker opgetrokken wenkbrauwen leidde...).

Met de Inka-Express, een toeristische bus met ‘museumstops\' onderweg, reisden we naar Cuzco. Met name de stop bij Raqchi, waar we de ruïnes van de Viracocha-tempel, een belangrijk heiligdom voor de Inca\'s, bezochten was interessant. Behalve de tempelruïne waren er (ruïnes van) een aantal grote huizen en opslagsilo\'s, waaruit we op konden maken dat Raqchi een belangrijk administratief- en handelscentrum was ten tijde van de Inca\'s. De 17e eeuwse Jezuïetenkerk in Andahuaylillas, met zijn prachtige fresco\'s, schilderijen, een altaar in goud, zilver en spiegels en een rijk gedecoreerd plafond, was eveneens de moeite waard.

In Cuzco gaven we een hoop geld uit aan toegangskaarten en aanpalende zaken. Daar hanteert men namelijk het systeem van passepartouts voor musea en kerken. Het vervelende is echter, dat je een passepartout voor de musea nodig hebt, één voor de kerken, en dan blijken er daarnaast nog ‘must-sees\' te zijn die niet onder de passepartouts vallen zodat je losse kaartjes moet aanschaffen. Ook de toegangskaarten voor Machu Picchu, die je vooraf moet kopen vanwege het beperkte aantal bezoekers dat per dag wordt toegelaten, kosten een vermogen en dan moet je er nog met de trein naartoe. Aangezien er geen vervoersalternatief is (behalve lopen, maar voor de meerdaagse tochten daarheen moet je ook belachelijk diep in de buidel tasten. Wij hoorden van een Amerikaanse studente dat zij $ 800,- (!) had betaald voor een vierdaagse wandeltocht...), wordt dat flink uitgenut, kortom...alles bij elkaar een paar honderd euro uitgegeven zonder ook maar één cultureel hoogtepunt van nabij te aanschouwen. Gelukkig konden we die ‘schade\' gedurende de dagen daarna inhalen en we genoten van het sightseeën in de mooie en sfeervolle stad, waar we talloze kunstschatten, de bijzondere architectuur en de schier onvermijdelijke optochten bewonderden.

Een absoluut hoogtepunt was onze trip naar Machu Picchu. Ondanks de prijzige treinkaartjes konden we onszelf met moeite in de krappe stoeltjes persen en met onze oren tussen onze knieën boemelden we richting Aguas Caliëntes, een gezellig dorp met bar slechte en veel te dure restaurants vlakbij Machu Picchu. Op de dag van ons bezoek aan de ruïnes troffen we schitterend weer en de ruïnes waren heel indrukwekkend. De ligging is prachtig, midden in de natuur met een grote puntige bergtop op de achtergrond van de stad, en we waren onder de indruk van de gecompliceerde bouwmethoden, waarbij de stenen zonder gebruik van cement naadloos op elkaar aansluiten. We bleven dus ook lang ‘rondhangen\' om ten volle te genieten van het schouwspel. Opmerkelijk is dat men vrij weinig weet van de Inca\'s en Machu Picchu en dat terwijl dit een bloeiende cultuur was ten tijde van de verovering door de Spanjaarden (die toch gewend waren veel zaken schriftelijk vast te leggen).

Met de nachtbus vertrokken we vanuit Cuzco, waar we vanuit Machu Picchu naar terugkeerden, naar Nazca, om daar de beroemde Nazcalijnen te bewonderen. Ook van het ontstaan en het doel van de Nazcalijnen is veel onbekend, maar het vanuit een piepklein vliegtuigje bekijken van de grote figuren, die door oude beschavingen in de woestijn ‘getekend\' zijn, was bijzonder. Ook bezochten we het Chauchilla kerkhof, waar mummies nog in hun oorspronkelijke woestijngraven liggen. De foto\'s hebben jullie al eerder op deze site kunnen bekijken.

Langs de kust maakten we nog een boottochtje naar de Islas Ballestas, een natuurreservaat met talloze vogels (waaronder Peruviaanse Jan van Genten, aalscholvers en Incasterns) en een aantal zeeleeuwen en pinguïns. De boot kwam erg dichtbij, dus we konden alles goed zien. Vroeger werd er guano (vogelpoep) ‘geoogst\' op de eilanden, nu mag dat i.v.m. de vogelbescherming nog maar eens in de 7 jaar. Onze (door)reis naar Lima verliep niet over rozen: tot onze verbazing (en ergernis) bleek de door ons geboekte bus niet te rijden vanwege een protestdemonstratie in een plaats onderweg. Aangezien deze van tevoren was aangekondigd waren alle ritten na een bepaald tijdstip geannuleerd, waaronder ook de onze, ondanks dat deze ruim voor dat bewuste tijdstip zou gaan. Dat was blijkbaar geen beletsel geweest om ons toch de kaartjes te verkopen. De gewone bussen (niet voor toeristen) reden gelukkig nog wel en, nadat we met enige moeite ons geld terug hadden gekregen, we haasten ons dus naar de bushalte. We slaagden er in één van de laatste bussen te pakken en bereikten vervolgens zonder problemen Lima.

Na het mooie Cuzco vonden we Lima niet erg bijzonder, maar mogelijk had dat ook te maken met het feit, dat we gevoelsmatig aan onze thuisreis waren begonnen. Da\'s altijd het nadeel van een laatste reisbestemming. Dan ben je aan het ‘aftellen\'. Desondanks genoten we enorm van het schitterende museum Larco, een privémuseum met een prachtige collectie antieke Peruviaanse objecten uit opgravingen door de stichter van het museum. Naast dat de objecten van een kwaliteit waren, die we niet eerder zagen op onze reis, was ook de wijze van tentoonstellen zeer professioneel en was er veel goede achtergrondinformatie beschikbaar. Chapeau voor Larco dus en een dikke tip voor reislustigen, die plannen hebben om naar Peru te gaan! Zelfs het museumrestaurant, dat aan een mooie bloemrijke tuin ligt, was de moeite en een waardige afsluiting van onze reis door Peru en de rest van Zuid-Amerika.

En nu is de cirkel weer rond. Ondanks eerdere plannen om met onze caravan nog Europa in te trekken, hebben we besloten aan de slag te gaan met onze toekomst, in de zin van wonen en werken. Op de kop af een jaar na de overdracht van onze ‘oude\' huis in Huijbergen, zitten we binnenkort (weer op 25 juni!) bij de notaris om daar de sleutel van ons nieuwe thuis in ontvangst te nemen. Na een jaar van verwonderen, bewonderen, genieten en ervaren gaan we nu weer bouwen: bouwen aan onze toekomst, waarin we hopen nog vele mooie en indrukwekkende reizen te mogen maken!

Het was ons een genoegen om onze ervaringen met jullie te delen en we hebben genoten van jullie reacties op onze verhalen en foto\'s. Er is niets zo mooi als sámen reizen...

Liefs, Roland en Barbara

Negen maanden onderweg en nog steeds beginners ... - Verhalen

Met de ontdekking dat er USD 60,- uit onze hotelkamer was verdwenen, namen we afscheid van Chili. Weggenomen uit onze 3-sterren hotelsafe nota bene! Eerder die week, toen wij in het hotel aankwamen, moest de code van de safe worden gereset, omdat de gebruiksaanwijzing (die op de wand geplakt zat) bij een ouder type kluisje bleek te horen en dus niet meer van toepassing was. Bij gebrek aan een actuele gebruiksaanwijzing lieten we het maar zo. Met dit als resultaat. Jammer.

Terugkijkend op 2 maanden Chili en Argentinië hebben we veel gezien: prachtig en heel gevarieerd landschap, leuke steden, mooie musea en het bijzondere Paaseiland.
In het zuidelijke Patagonië werden we aangenaam verrast door de gezelligheid aan de ontbijttafels in de kleine B&B\'s, waaraan we reizigers uit alle windstreken troffen en reiservaringen en tips uitwisselden. We wandelden dagenlang door schitterende natuur, zagen kenmerkende rotsformaties, gletsjers en reisden honderden kilometers met bussen door desolaat en door wind geteisterd landschap.
Noordelijker genoten we van het weelderige groen in de bergen rondom Bariloche en het merengebied van Chili. We maakten, soms van heel dichtbij, kennis met vulkanen in allerlei gedaanten, verbaasden ons in onze huurauto over de vele wegwerkzaamheden en de lange, lange rijen bij de benzinepompen (terwijl van schaarste toch geen sprake leek te zijn) en lachten om het feit dat Roland aangesproken werd met ‘caballero\' (dat volgens Google Vertalen in goed NL ‘gentleman\' betekent), omdat dat ons meer aan sigaretten doet denken dan aan ‘meneer\'.

Bepaalde ergernissen uit Azië achtervolgen ons hier, zoals dat je het wc-papier niet in de pot mag gooien maar in een afvalbakje ernaast moet deponeren. In openbare of met andere hostelgasten gedeelde wc\'s zit dat niet alleen vaak overvol zodat een groot deel er naast ligt, maar bovendien hebben we, ondanks inmiddels maandenlange training, nog steeds niet uitgevonden hoe je het papier door het kantelklepje heen krijgt zonder ofwel je handen (bij het dichtvouwen van het gebruikte wc-papier), ofwel het klepje vies te maken (als je het gebruikte wc-papier niet dichtvouwt). Of hoe je met je voet het pedaalemmertje moet openen, terwijl dit schuin achter je in de hoek naast de wc staat. Met je handen is vies, met de hiel lukt niet, dus dan resten twee opties: 1) na het afvegen gaan staan, omdraaien en dan openen (maar da\'s geen handige optie als je, na de grote boodschap, meermaals moet afvegen. Temeer niet omdat de deur niet altijd goed sluit en je bij voorkeur niet met je blote derrière naar de deur toe staat...) of 2) het emmertje voordat je gaat zitten/hangen met je voet naar voren schuiven (maar da\'s weer geen handige optie in relatie tot het ‘overvol-probleem\'). En dan zijn er natuurlijk nog de gevallen dat het pedaaltje niet meer werkt en het dus letterlijk handwerk wordt...

\"Surprised\"
Kortom: het leven van een reiziger gaat niet over rozen(geur)!

En net als in Azië zijn de straten hier bevolkt met zwerfhonden, hoewel deze aanzienlijk beter gehumeurd lijken dan de oostelijke varianten. Ze blaffen veel minder (vooral \'s nachts: een verademing!) en zijn vaker met elkaar aan het spelen dan bezig hun territorium te verdedigen. De honden, die het tot huisknuffel gebracht hebben, gaan (althans hier in Peru, waar we inmiddels alweer bijna 3 weken rondreizen) gekleed in pakjes die variëren van voetbalshirts tot roze kanten hesjes. Zelfs in Japan hebben we het niet zo bont gezien...

Ook Jezus (die we overigens geenszins met een hond willen vergelijken!), die we in Azië uiterst zelden ontmoetten, gaat hier trouwens vaak uitstekend gekleed. In menig kerk hangt hij, getooid in een kanten, knielange rok aan zijn kruis van cactushout, nadat hij bij het laatste avondmaal geen lam maar een cavia genuttigd heeft. Althans...als we de schilders van de Cuzcoschool moeten geloven, die er een sport van maakten de Christelijke iconografie te doorspekken met inheemse kenmerken en symbolen, om zodoende de herkenbaarheid van de gebeurtenissen voor de lokale bevolking te vergroten.
Anders dan in Europa treffen we in de Zuid-Amerikaanse kerken geen ‘rijke stinkerds\': vaak zijn de vloeren niet van steen en bezaaid met grafzerken, maar van hout en geurend naar boenwas. De devotie van de katholieken hier is opvallend: het maakt niet uit op welk moment van de dag je een kerk binnenloopt, altijd zijn er mensen om te bidden bij één van de vele heiligen of een mis (die hier dagelijks nog meermaals wordt opgedragen) bij te wonen. En om de haverklap is er in de straten een feestelijke processie ter ere van één of andere heilige te zien, zelfs zo vaak dat omstanders niet eens weten om welke heilige het gaat.

Terwijl in Azië de economie op veel plaatsen 24/7 doordraait (of er toch dusdanige openingstijden gelden dat het daar dicht in de buurt komt) ergeren wij ons hier soms mateloos aan de siësta, die niet alleen winkels betreft, maar vaak ook kerken en musea de deuren doet sluiten. De enige oplossing is dan om uitgebreid te gaan lunchen (geen straf, maar van 12.30 tot soms 16.00 of 16.30 vinden wij toch echt te lang!) of terug te gaan naar het hostel, maar dat is niet altijd dicht in de buurt. Verder troffen wij Cordoba en Salta op zaterdagmiddag en zondag compleet uitgestorven aan, dus zorgen wij er sindsdien voor dat we \'s zondags ofwel een reisdag of een excursie plannen, ofwel een attractie uitzoeken waarmee we een groot deel van de dag mee zoet zijn. Want verder is het maar een saaie boel. Wat dat betreft bevalt Peru, waar de siësta op veel plaatsen niet gebruikelijk (meer) is, ons een stuk beter dan Chili en Argentinië!

Peru is trouwens ook kleurrijker en afwisselender. Waar we eerder, op een enkele gaucho na, nauwelijks mensen in traditionele kleding zagen, komen we hier regelmatig mensen in allerlei verschillende kleurrijke kostuums tegen. Met name de hoofddeksels trekken de aandacht: Peru lijkt een verzamelplaats van hoeden, mutsen, hoofddoeken en alles wat er tussenin zit, bij voorkeur in bonte kleuren die allemaal hun betekenis hebben. Zo leerden we op het eiland Taquile in het Titicacameer, dat mannen met een rood/witte muts (model slaapmuts) nog vrijgezel zijn, terwijl mannen met een rode muts gehuwd zijn. De belangrijke mannen dragen een zwarte hoed (type cowboyhoed). De status van de vrouwen op het eiland wordt vastgesteld aan de hand van de grootte van de pompoenen aan hun omslagdoek. En trouwen? Dat doe je pas NAdat je samen een kind hebt gekregen. Geen kind = geen huwelijk. Modern? Of ontstaan uit noodzaak aan een oudedagsvoorziening of andere, ons onbekende, motieven van minder geëmancipeerde aard? Hoe dan ook: interessant om te zien hoe datgene, wat in de mores van de één verwerpelijk is, in de gewoonten van de ander een geaccepteerd gebruik is.

Kortom: onder voortdurend topsporten (we bevinden ons namelijk al zo\'n anderhalve week op een hoogte tussen de 3300 en de 3800 meter, da\'s even hoog als de hoogste skipistes in Europa. Onze harten maken dus overuren om ons van genoeg zuurstof te voorzien en kloppen zelfs in onze slaap dubbel zo hard, hoewel we inmiddels aardig geacclimatiseerd zijn!) verwonderen wij ons over de bijzonderheden van dit prachtige land. En daarbij maken we nog steeds beginnersfouten...ons huidige hotel blijkt geen 80 S (Soles, € 24,-) per nacht te kosten, maar 80 $ (USD, 62,50). Het verschil zit, zoals zo vaak, in de details...

Fragmenten uit ons dagboek: Paaseiland, Santiago, Cordoba en Salta

Dear all,

op het intermezzo van onze ontmoeting met de twee Pinochetslachtoffers in Santiago na, hebben wij jullie \'achtergelaten\' vlak voordat we naar Paaseiland zouden vertrekken. Deze keergeven we jullie een (bijna ongecensureerd

\"Wink\"
) inkijkje in ons reisdagboek, waarin we zowel onze belevenissen als onze indrukken hebben opgetekend.

Lieve groet!

07-03

Om half zeven belt Tomas met de intercom om te vragen of wij al wakker zijn. Ja hoor, we zitten te ontbijten. Even over zevenen vertrekken we met zijn taxi naar de luchthaven, waar we inchecken en vervolgens naar Starbucks snellen, met een gloednieuwe LP van Peru in de tas. De vlucht verloopt voorspoedig en eerder dan gepland landen we in Hanga Roa op Paaseiland...in de stromende regen

\"Frown\"
We hadden geen antwoord gekregen op ons mailtje over een airportpickup, maar er blijken toch mensen van ons hotel klaar te staan, zij het voor andere passagiers. Er wordt een extra auto geregeld en omhangen met bloemslingers rijden we naar het Petero Atamu hostel. Het is niet bijzonder, maar volstaat voor ons verblijf hier. Ondertussen regent het nog pijpenstelen. Na 2 koppen koffie klaart het op en gaan we op pad richting de ‘i\' en naar de camping van Jolanda en Erwin, met wie we hebben afgesproken een dag of 2 gezamenlijk op te trekken in een huurauto. We kletsen uitgebreid bij, praten over de vervolg-reisplannen en spreken af voor morgen. Daarna gaan we uit eten in het dorp en eten heerlijke visgerechten. We zijn pas laat terug in ons hotel en vallen, mede door het tijdverschil van 2 uur, al snel in slaap.


08-03

Om 9.00 rijdt Erwin voor met de auto. Het is schitterend weer. Nog even naar de camping, waar Jolanda de broodjes smeert voor de lunch. Dan gaan we op pad naar de vulkaan Terevaka, die we in een kleine anderhalf uur beklimmen voor een 360 graden uitzicht over het eiland. De krater zelf is niet veel bijzonders, maar het uitzicht is mooi. We kijken rond bij Akivi, waar de auto geparkeerd staat voor de wandeling en waar we de eerste blik werpen op een mooie rij moai. Daarna rijden we naar de ‘hoedenfabriek Puna Pau, waar de hoofddeksels van de moai uit rode steen werden gehakt. We halen wat plakjes beleg van onze broodjes om aan een zwerfhond met zijn twee pups te geven en rijden daarna naar Anakena Beach. Daar treffen we een groot reisgezelschap, dat al lunchend geniet van traditionele zang en dans. Wij genieten gratis mee van de voorstelling terwijl wij aan de picknicktafel onze sandwiches opeten en Jolanda gaat uitvogelen wat voor gezelschap het is. Na teveel foto\'s te hebben gemaakt van de moai aan het strand, nemen we een frisse duik in de heldere zee en liggen we aan het strand. We vergeten in te smeren dus Rolands buik en mijn rug raken flink verbrand. Op de terugweg richting Hanga Roa nemen we nog een kijkje bij Tongariki, waar 15 moai op een rij staan. Morgenochtend bij zonsopgang komen we hier terug. Ter afsluiting van de dag eten we een ijsje aan de haven en nemen afscheid. Daarna doen we boodschappen voor de volgende dag en eten een instant-noodlepot als diner.

09-03

Om 7.00 staat de ‘taxi\' voor om de zonsopgang bij Tongariki te gaan bekijken. Er zijn al mensen als we aankomen, maar niet zoveel als gevreesd. Het is gelukkig goed weer en langzaam zien we het lichter worden tot op enig moment de zon boven de horizon en tussen de moai doorpiept. Een mooi gezicht en heel kleurrijk, mede dankzij een aantal wolken in de lucht. Als het helemaal licht is en de eerste mensen vertrekken vouwen wij ons dekentje uit voor een ontbijt met uitzicht. Daarna rijden we naar de steengroeve, waar de moai ‘geboren\' werden. We bekijken de moai in verschillende stadia van wording, sommige nog half ingegraven in de berg. Vanaf de steengroeve is te zien hoe de beelden via verschillende paden vervoerd werden naar hun uiteindelijke locaties, maar het niet gehaald hebben. Het is niet bekend hoe de beelden verplaatst werden en er is nog veel discussie rondom het hele mysterie van de moai. Vervolgens rijden we langs de verschillende archeologische vindplaatsen langs de zuidkust, om daar de moai op hun ahu (stenen ceremoniële platforms) te bewonderen. Ze zijn vrijwel allemaal omgevallen, de enigen die staan zijn gerestaureerde. We eindigen rond een uur of 14.30 bij een piepklein restaurantje in de vissershaven van Hanga Roa, waar we de verse vis van de dag eten, wij geroosterd en J&E rauw in de vorm van ceviche. Daarna nemen we afscheid en gaan weer om boodschappen voor avondeten en lunch morgen. De weersverwachting is slecht, dus we schaffen genoeg aan om morgen niet de deur uit te hoeven.

10-03

Vannacht is de regen met bakken uit de tropische hemel gevallen en ook \'s ochtends vallen er nog flinke stortbuien. In de loop van de dag klaart het niettemin wat op, genoeg om ons buiten het hostel te wagen, nadat we de ochtend (heel langzaam...) internettend en lezend hebben doorgebracht. We lopen langs het kerkhof bij het hostel naar een aantal moai daar vlakbij en bewonderen hen tegen de achtergrond van de wolken en de woeste zee. Daarna lopen we richting het haventje en gaan wat drinken bij een restaurantje met uitzicht. Zo nu en dan vallen er enkele druppels, maar verder blijft het droog hoewel het hard waait. Daarna halen we empanada\'s bij Tia Sonia en terwijl we daar op staan te wachten, barst er weer een stortbui los. Gelukkig is hij van korte duur en zodra we onze bestelling hebben wagen we ons naar buiten. Een minuut later vangen we nog een korte plons, maar daarna droogt het op, zodat we niet al te nat het hostel bereiken. Het is druk in de gemeenschappelijke ruimte, want alle gasten blijven in de buurt rondhangen met een boekje, een filmpje op telefoon of laptop of het internet. \'s Avonds eten we spaghetti, blij dat we de deur niet weer uit hoeven.
11-03 Het belooft prachtig weer te worden, dus we wandelen vandaag naar Orongo: het ceremoniële dorpje op de rand tussen een vulkaankrater en de zee. Onderweg brengen we de was weg en lopen we langs de camping van Jolanda en Erwin, om af te spreken om \'s middags samen een ijsje te eten bij de haven. Zij gaan morgen weg. Naast hun camping halen we empanadas voor de lunch en wandelen daarna de berg op. Omdat we tussen de bomen lopen, uit de wind, is het erg warm en benauwd, maar zodra we bij de krater komen is het uitzicht schitterend. Hij is gevuld met water, waardoor een soort wetland is ontstaan. Als we verder doorlopen komen we bij Orongo, de archeologische vindplaats die nu gerestaureerd is tot een soort museum. Hier vond de wedstrijd om het eerste stern-ei plaats, dat door dappere mannen van een klein eilandje voor de kust af gehaald moest worden en dat ongebroken aan de Vogelman aangeboden moest worden. De winnaar (of degene, die door hem vertegenwoordigd werd)werd de nieuwe Vogelman voor dat jaar, een belangrijke ceremoniële functie. We lunchen op de top, bezichtigen het dorp en dalen daarna langzaam af naar Hanga Roa. Daar vinden we de archeologische route die vanaf het museum naar Orongo loopt en bezichtigen vervolgens nog een paar archeologische vindplaatsen, waaronder een grot met rotstekeningen. Terug in het dorp doen we boodschappen en gaan dan naar onze afspraak op het terras. J & E zijn wat later, dus we doden de tijd met kijken naar de surfers. Het ijsje smaakt wederom heerlijk en omdat we de hele dag gelopen hebben mogen we er twee

\"Cool\"
! \'s Avonds gaan we de zonsondergang bekijken bij de moai naast het kerkhof en vallen vervolgens vroeg in slaap.


12-03

Geen fantastisch weer vandaag, maar we amuseren ons wederom prima in en om het hostel. Rond een uur of 12 gaan we er op uit en lopen langs de kust een stuk noordwaarts, waar we nog een paar ‘nieuwe\' moai ontdekken. Daarna wandelen we weer naar ons favoriete terras voor koffie met gebak, zien een grote zeeschildpad in het haventje en gaan dan bij het postkantoor een Paaseilandstempel halen voor in ons paspoort. Terug in het hostel zetten we de ligstoelen in de tuin en lezen onszelf door de middag heen. Om een uur of 8 gaan we richting een hamburgerrestaurantje voor een enorme en heerlijke hamburger met knoflookmayonaise. Als toetje halen we aan de haven alweer een ijsje en gaan vervolgens naar de film Rapa Nui, die voor CLP 3000 pp. in een hotel wordt vertoond. Het is geen ijzersterk verhaal, maar erg leuk om hier op het eiland te bekijken!

13-03

De poes (of een medehostelgast??) heeft vannacht de vuilnisbak in de keuken omgegooid, dus de hele vloer ligt vol afval. Soms is het wel makkelijk om je niet verantwoordelijk te voelen... Na het ontbijt zitten we een poosje te internetten en lopen dan nog een rondje. We drinken voor het laatst koffie op ‘ons\' terrasje en halen nog wat broodjes voor de lunch. Als we om 12.00 terugkomen in het hostel staat het busje al klaar om ons naar de airport te brengen, terwijl we om 12.30 hadden afgesproken. We smeren dus snel de broodjes en gaan er dan vandoor. Onze vlucht blijkt een uur vertraagd, dus het wachten begint. Om 15.40 vliegen we uiteindelijk, zodat we pas om 22.00 (tijdverschil!) aankomen in Santiago. Met 2 Duitse meisjes uit ons hostel delen we een taxi en om 23.30 stappen we hostel Forrestal binnen.

14-03

Na een wat rommelig en laat ontbijt gaan we Santiago in. We lopen de Cerro Santa Lucia op voor het 360 graden uitzicht over de stad en bezoeken daarna het oudste gebouw van de stad, de San Francisco kerk. Er is een mis aan de gang, dus we lopen verder door de Barrio Paris-Londres en belanden in Londres 38: het herdenkingsmonument dat vroeger één van de beruchte martelcentra van Pinochet was. Binnen raken we aan de praat met 2 oudere mannen, die slachtoffers blijken te zijn van het dictatoriale regime en destijds jarenlang hier gevangen gezeten hebben en gemarteld zijn. Ruim een uur lang vertellen zij over die tijd en hoe het er aan toe ging. We zijn diep onder de indruk... Terug naar de meer aardse dingen lunchen we daarna bij McDonalds en melden ons om 14.00 bij de gids van Free Tour, voor een lange stadswandeling. Van het Palacio de la Moneda, waar de staatgreep door Pinochet op de regering Allende plaatsvond, gaan we langs het oude Congres naar het Plaza de Armes. We passeren het Casa Colorada, waar de onafhankelijkheid van Chili uitgeroepen werd en lopen door het Parque Forrestal langs het museum van Schone Kunsten. In Barrio Lastarria nemen we een kijkje bij het ultramoderne Cultureel Centrum Gabriela Mistral en eindigen de tour in Barrio Bellavista bij de lift (die het helaas niet meer doet) naar de Cerro San Cristobal. Onderweg zien we nog het Castello Rojo en een huis van Pablo Neruda. Na de stadswandeling drinken we wat en eten maistaart bij Galindo, een restaurant dat bekend staat om lokale specialiteiten.

15-03

Er is er één jarig, hoera. Later dan gepland lopen we naar het Plaza de Armes, waar we de kathedraal bezoeken. Hij is vanbinnen wat donker, maar heel lang en prachtig bewerkt. Daarna bezoeken we het Museo Historico National, waar we de geschiedenis, die de gids ons gisteren verteld heeft, nogmaals uitgebeeld zien. Nadat we gepind hebben en de pesos vervolgens omgezet hebben in dollars (waarmee we in Argentinië straks een stuk goedkoper uit zijn) lopen we terug naar de Barrio Lastarria en lunchen op het terras bij Patagonico Sur. Daarna lopen we nog langs wat winkeltjes van Chileense designers en keren dan terug naar het hostel om de bagage op te halen. Met de metro gaan we naar het busstation, waar onze nachtbus naar Cordoba keurig op tijd (16.00) vertrekt.

16-03

We hebben redelijk goed geslapen in de bus en arriveren rond 10.00 in Cordoba. We drinken uitgebreid koffie op het busstation, informeren naar buskaartjes richting Salta en lopen vervolgens naar Hostel Malibu, dat we vrij snel vinden. De kamer valt tegen, want blijkt een doorloop naar een andere kamer. We gaan niet akkoord en na enig heen en weer gepraat komt het hostel met een acceptabele oplossing. We betalen hier erg weinig (ca. 80 dollar voor 4 nachten), dus dan kan je niet teveel verwachten. Later blijkt dat ze pas 3 weken open zijn en men doet erg zijn best om het ons naar de zin te maken. We douchen en gaan dan de stad in, naar de weinig informatieve ‘i\', een touragent en lopen verder wat rond. Het is stil omdat de winkels op zaterdagmiddag dicht zijn. Aan het einde van de middag lopen we over de feria artesanal (de rommel- annex kunstmarkt, die nog aan het ‘opstarten\' is), doen daarna wat boodschapjes, halen de was en een pizza en duiken \'s avonds bijtijds ons stapelbedje in.

17-03

Na een prima ontbijt starten we met het nabijgelegen Palacio Ferrerya, een prachtig gebouw in Lodewijk XVI stijl waarin schilderijen en wat beeldhouwwerk tentoongesteld wordt. Zowel de architectuur als de kunst zijn het aanzien waard. Daarna steken we Plaza Espagna over naar het Provinciaal museum voor schone kunsten Emilio Caraffa, een hypermodern gebouw met moderne kunst die we (zoals gebruikelijk) met enige moeite ‘innemen\'. We wandelen naar de kerk Sagrado Corazon de Jesus de los Capuchinos, maar daar begint net een mis dus we bekijken vooral de voorgevel. In de Paseo del Buen Pastor is een fototentoonstelling ‘Vrouwen van de Wereld, maar verder is het erg stil behalve op het terras waar de kerkgangers ontbijten of koffiedrinken voor de mis. Onderweg eten we onze broodjes met kaas en gaan daarna naar het Gemeentemuseum voor schone kunsten Genaro Perez. Een dag voor kunst dus! Het pand is niet groot en de kunst niet erg bijzonder, maar een aardig voorbeeld van een Cordobaans huis. \'s Middags keren we voor een paar uurtjes terug naar het hostel om te lezen en te internetten en eten een ‘homecooked\' meal. We besluiten de dag met wandeling naar de feria artesanal die, nu het later op de avond is, druk en gezellig is. We ontdekken nog een leuk terras en borrelen met een paar empanadas, voordat we moe naar het hostel terugkeren.

18-03

Vandaag staat, na het bewonderen van de (vooral van binnen) prachtige kathedraal en koffie op een terras, een bezoek aan het Museo Historico Provincial Marques de Sobremonte op het programma. Het is een mooi voorbeeld van een 18e eeuws koloniaal huis van de gouverneur van Cordoba en de inrichting is met veel zorg gerestaureerd. Barbara verlaat het pand echter niet ongehavend, want schrikt zo erg van een fladderende duif dat ze struikelt en lelijk valt. Gelukkig geen blijvende ‘schade\'. Op het Plaza Martin eten we zelfgesmeerde broodjes met kaas en daarna bezoeken we de Crypte van de Jezuïeten, die teruggevonden is toen er een nieuwe telefoonkabel moest worden aangelegd in 1989. De ruimte is vervolgens prachtig gerestaureerd en wordt nu gebruikt voor kunsttentoonstellingen en voorstellingen. De enige Starbucks in (het centrum van) Cordoba is onze volgende stop en blijkt nog een hele tippel. Via de Canada (met bomen overgroeide rivier met stenen bruggen) lopen we terug naar het centrum en pikken een terrasje tot het tijd is voor de rondleiding door de Manzana Jesuitica, het blok gebouwen dat ooit door de Jezuïeten gebouwd is en nu Unesco Werelderfgoed is, samen met de Jezuïetische estancias in de wijde omgeving. Onder leiding van een gids zien we de kerk (met een kapel voor de inheemse en voor de Spaanse bevolking), bezoeken we de sacristie, de bibliotheek en een deel van de universiteitsgebouwen. Het is een interessante rondleiding. We eindigen de dag op de foodcourt van een winkelcentrum.

19-03

Nadat we bij het grote busstation kaartjes hebben gehaald voor onze trip naar Salta, nemen we de bus naar Alta Gracia, waar één van de Jezuieten-estancias te bezichtigen is. Na een uurtje arriveren we en lopen we naar het centrum om koffie te drinken. Daarna bezoeken we de estancia, die in tijden van economische crisis door de Jezuïeten werd gekocht en geëxploiteerd om de universiteit draaiende te kunnen houden (nu er geen donaties meer binnen kwamen). Het werk werd uitgevoerd door negerslaven en de inheemse bevolking en het museum geeft een beeld van het reilen en zeilen van de estancia. Een naastgelegen pand is nu een school en een groot waterreservoir met een dam zorgde voor waterkracht voor de molens. Na de lunch bezoeken we het ouderlijk huis van Che Guevarra, de linkse held van velen wiens echte rol en denkbeelden ons niet geheel duidelijk worden. Daarna lopen we nog naar de villa van de Spaanse componist/dirigent Manuel de Falla, die om gezondheidsredenen ooit naar Alta Gracia verhuisde. Jaren geleden zagen wij in Granada, in Zuid-Spanje, ook al een huis van hem. Weer terug in Cordoba halen we weer een pizzaatje, dat we op het dakterras van ons hostel opeten.

20-03

Onze laatste dag in Cordoba start met opruimen en inpakken. We laten onze bagage achter in het hostel en bezoeken nogmaals de kathedraal. In de nabijgelegen Santa Teresiakerk van de Karmelietessen zien we hoe nonnen, afgescheiden van het ‘gewone publiek\' bidden. Daarna gaan we naar het naastgelegen Museo de la Memoria, een voormalig clandestien centrum waarin linkse ‘activisten\'werden opgesloten, gemarteld en gedood door een speciale eenheid van de politie. Er hangen onder meer foto\'s van mensen die, na 30 jaar, nog steeds vermist zijn. Na de koffie lopen we nog wat rond en besluiten dan uitgebreid te gaan lunchen in Buen Pastor, omdat we \'s avonds in de bus zullen zitten. Om 17.40 nemen we de bus naar Salta, een rit van zo\'n 13 uur. Onderweg krijgen we een redelijke maaltijd en na een paar slechte films slapen we redelijk.

21-03

Tegen half zeven worden we gewekt, krijgen een ontbijt in onze handen gedrukt en worden, net nadat we aan het ontbijtje (dat uit een soort Chocoprins en een theezakje bestaat) zijn begonnen, de bus uit gejaagd. Voor Salta moeten we namelijk overstappen. Oh... Zo\'n anderhalf uur later arriveren we en strijken neer bij het restaurant in het busstation voor een kalm en uitgebreider ontbijt met koffie. Daarna shoppen we voor buskaarten naar San Pedro de Atacama en gaan we met de taxi naar hostel 7 Duendes Twin. We internetten en lezen wat tot onze kamer om 10.30 klaar is en gaan dan lekker douchen. Na de middag lopen we de stad in en lunchen op een terras aan het mooie Plaza 9de Julio. We bezoeken de ‘i\' (voor de verandering eens een hele goede) en checken waar we overmorgen onze huurauto moeten ophalen. Daarna doen we boodschappen voor het avondeten, brengen de was weg en keren we terug naar het hostel. Gezien de nacht in de bus zijn we moe en doen het daarom kalm aan tot het tijd is om te gaan slapen.

22-03

We hebben vandaag geen inspiratie om de stad in te gaan en amuseren ons daarom met onze boeken en de pc\'s. Laat in de middag lopen we naar het centrum. We eten een Big Mac menu bij de hele drukke McDonalds en keren dan terug naar het hostel. Onderweg halen we de was op.

23-03

We vertrekken vroeg naar Alamo, in de hoop dat we de huurauto een uurtje eerder mogen meenemen. Helaas blijkt dat onmogelijk en dus gaan we maar een kopje koffie drinken en de suikertaartroze kathedraal bezichtigen. Om 10 uur keren we terug en nu staat de auto klaar. Na een aantal formaliteiten kunnen we tegen 10.30 eindelijk op weg. We nemen de route door de bergen richting Jujuy, een mooie, bochtige, heel smalle weg met mooie uitzichten. We eten onze broodjes bij een stuwdam en daarna rijden we door de Quebrada de Humahuaca naar Tilcara, ons verwonderend over de veelkleurige rotsformaties. In Tilcara eten we empanadas op een terras en bezoeken we het kleine archeologische museum. We bezoeken de Pucara, ruïnes van een oude stad boven op een heuvel. Een deel is prachtig gerestaureerd en het landschap vol cactussen is heel apart. Onderweg naar ons einddoel, Humahuaca, bezoeken we Maimara, dat een mooi kerkhof heeft tegen de achtergrond van veelkleurige rotsformaties die het Schilderspalet worden genoemd. Pas tegen 19.30 bereiken we ons hostel Posada el Sol en rijden daarna nog even naar het stadje om uit eten te gaan.

24-03

We staan bijtijds op voor het ontbijt en bezoeken daarna Humahuaca nogmaals bij daglicht. Het is een aardig plaatsje (in het centrum) met een absurd onafhankelijkheidsmonument, straatjes met keien, een leuk kerkje en een apart stadhuisje (cabildo). Het is druk bij het kerkje, de mensen staan zelfs buiten om de mis te volgen en het geurt naar de chrysanten, die te koop worden aangeboden voor de kerk. Vervolgens rijden we naar de kerk van Uquia, waarin een aantal heel bijzondere schilderijen te bewonderen zijn van aartsengelen, die gewapend zijn met geweren en uitgedost zijn als Spanjaarden. Met een aantal stops onderweg en koffie in Tilcara rijden we naar Purmamarca, waar we afslaan richting de Salinas Grandes. Het is een lange tocht over een slingerende bergweg, die ons over een pas van 4200 m naar de grote zoutvlakte op 3500 m brengt. Een heel apart gezicht, zo\'n sneeuwwitte vlakte op deze hoogte! De terugtocht naar Purmamarca is grotendeels bergafwaarts en gaat daardoor wat sneller. Na empanadas als late lunch, wandelen we om een heuvel heen waarbij we uitzicht hebben op verschillende rotsformaties in allerlei kleuren. Daarna beginnen we aan de lange weg richting Salta, waar we pas tegen 20.30 arriveren, mede door oponthoud bij een plaatsje waar klaarblijkelijk een pelgrimstocht plaatsvindt. Ook in Salta is het heel druk: het grote plein staat vol mensen en de pastoor houdt buiten een toespraak, voordat hij zijn ‘kudde\' de kathedraal in leidt. Met moeite vinden we een parkeerplaats, zodat we een snelle hap bij de McDo kunnen nuttigen. Voor een uitgebreider Argentijns diner hebben we geen fut meer. Daarna gaan we, doodmoe, naar het hostel.

25-03

Na twee lange dagen doen we het vandaag weer wat kalmer aan. Om 10.00 brengen we de auto terug, lopen daarna langs de Sint Franciscuskerk en het San Bernardoklooster en gaan vervolgens met het gondeltje de Cerro San Bernardo op. Vandaar hebben we een mooi uitzicht over Salta. Helaas is het cafetaria (nog) gesloten, dus we besluiten naar beneden te wandelen, richting het Antropologisch Museum. Dat blijkt pal onderaan het pad te liggen en we bezoeken de aardige tentoonstelling, waarvan we vooral de grafurnen mooi vinden. Daarna lopen we terug naar het centrum en strijken neer op een terras voor de lunch. Het is lekker weer en leuk mensen kijken, dus we blijven een tijd plakken met koffie na. Uiteindelijk verzamelen we onze moed om naar de andere kant van de stad te lopen, waar om 16.00 het Museo de arte Etnico Americano open gaat. We worden ontvangen door Diego, die ons (onder het veelvuldig noemen van onze naam en het aanwijzen van de favoriete objecten van ‘alle Europeanen\'. We worden er helemaal kriebelig van...) door het kleine maar zeer aardige privémuseum rondleidt. Door eerdere museumbezoeken in Chili en onze tocht door de Quebrada de Humahuaca herkennen we al een aantal zaken, maar nieuw is de religieuze kunst waarin de traditionele heiligen en engelen indiaanse gezichten en stralenkransen van veren blijken te hebben. Na nog wat boodschappen eten we \'s avonds soep met brood in het hostel.

26-03

Onze laatste dag in Salta begint met een boek en het opschonen van de mail. We brengen nog een wasje weg en gaan na de lunch de stad in. We willen een pakje opsturen naar NL, maar dat blijkt alleen ‘s morgens tussen 9.00-11.00 te kunnen, vreemd. Daarna drinken we koffie in het McCafé (een nieuwe formule van McDonalds hier), gaan we naar het museum voor Hooggebergte Archeologie en bekijken de zeer indrukwekkende, bijna ontroerende, tentoonstelling over de drie kindermummies, die door de Inca\'s op de Llullaillaco-vulkaantop zijn geofferd. Hoewel wij altijd een heel dubbel gevoel hebben bij het tentoonstellen van mummies, vinden we de wijze waarop dat hier is gedaan heel respectvol, in tegenstelling tot een later teruggevonden mummie (Reina del Cerro) die uit haar graf was geroofd en in een privécollectie terecht gekomen was. De heersende opvatting in Argentinië is, dat dergelijke mummies zoveel mogelijk in hun oorspronkelijke omgeving gelaten moeten worden. Daarom worden de drie kindermummies bij toerbeurt tentoongesteld. Na een drankje op het terras van het museumcafé lopen we bij het Cultureel Centrum binnen, dat zich in een mooi gerestaureerd pand met veel grandeur bevindt. Daarna bezoeken we aan de overkant van het plein het Museo Historico del Norte, dat zich in de mooi gerestaureerde cabildo bevindt. De collectie is niet bijzonder, maar het pand is verrassend uitgebreid met een paar mooie binnenplaatsen. Op de terugweg halen we nog enkele boodschappen en de was, voordat we met een boek neerstrijken voor onze laatste avond in Argentinië.

Een bijzondere ontmoeting

Op 11 september (!) 1973 pleegde generaal Pinochet een staatsgreep om Chili\'s linkse regering van Salvador Allende af te zetten.
Allende, in 1970 gekozen tot \'s werelds eerste Marxistische president, had een programma voor radicale hervormingen opgesteld, dat onder andere inhield dat de (koper-)mijnen, banken en verzekeraars werden genationaliseerd en land van grootgrondbezitters werd onteigend en herverdeeld. Gebrek aan politieke eenheid en verzet van belangengroeperingen ten aanzien van deze hervormingen leidden daarop tot economische chaos en hyperinflatie. Ondanks regeringsvoorstellen tot bijsturing van het programma, waren noch linkse, noch rechtse partijen bereid tot compromissen. Het leger greep deze verdeeldheid aan om een greep naar de macht te doen, naar zeggen om de desastreuze gevolgen van Allendes politiek een halt toe te brengen. De militaire dictatuur ‘floreerde\' vervolgens 17 jaar, doordat Pinochet vrijwel iedere politieke activiteit in Chili verbood en bij decreet regeerde. Onderdrukking, marteling en moord waren aan de orde van de dag.

Vandaag raakten wij, tijdens een bezoek aan één van de beruchte martelcentra in Santiago (Londres 38, nu een herdenkingscentrum), in gesprek met twee slachtoffers van Pinochets militaire junta.
Als overtuigde communisten, destijds 23 en 24 jaar, waren zij actief bij het drukken van linkse kranten. Mario werd in oktober 1973 opgepakt en naar het Nationale Stadion in Santiago gebracht. Daar vonden de eerste martelingen en moorden, als gevolg van de staatsgreep door het leger, plaats. Na vrijlating werd hij later opnieuw opgepakt, doordat hij verraden werd door een verklikker: ‘Eén van mijn beste vrienden!\' Hij kwam in Londres 38 terecht. Dat wist hij overigens niet, want na arrestatie waren gevangenen voortdurend geblinddoekt, dag en nacht, week in week uit, jaar na jaar... Maar op enig moment herkende een medegevangene de omgevingsgeluiden: het klokgebeier van de nabijgelegen Sint Franciscuskerk. ‘Toen wist ik waar ik was. Ik was er zeker van dat ik dood zou gaan\'. Dat gebeurde echter niet. Hij kwam vrij en is later naar Canada geëmigreerd, waar hij nu een welvarend en gezond leven leidt, zij het met afschuwelijke herinneringen.
De andere man (met wie wij alleen via vertaling door zijn vriend konden praten) heeft in totaal meer dan 6 jaar gevangen gezeten in verschillende martelcentra. Zijn vader is tijdens de dictatuur spoorloos verdwenen en hij draagt, nog altijd, een briefje met een foto en de tekst ‘wie kent deze man, waar is hij gebleven?\' in zijn portemonnaie. Het niet weten wat er met zijn vader gebeurt is valt hem zwaar. Ook zijn broer is, in hetzelfde pand, gemarteld. Eén van de ergste dingen, die hij daar heeft meegemaakt, was het horen van de pijnkreten van zijn broer...

Vandaag kwamen de mannen, vrienden die elkaar decennialang niet meer hadden gezien, samen naar Londres 38. Om te herinneren en om te gedenken. In totaal hebben we ruim een uur met hen staan praten: zomaar, midden in het pand Londres 38, waaraan zij zulke vreselijke herinneringen hebben. Herinneringen, die nog steeds van invloed zijn op hun leven en mening over actuele gebeurtenissen. Zo zijn zij diep verontwaardigd over de benoeming van de nieuwe paus, die gesympathiseerd zou hebben met Videla\'s dictatoriale regime (met vergelijkbare martelpraktijken) in Argentinië.
Het is ondoenlijk om alles weer te geven, wat zij ons verteld hebben, daarvoor is er teveel de revue gepasseerd. Het moge duidelijk zijn dat het gesprek een diepe indruk op ons heeft gemaakt.


Afspraak is (geen) afspraak?

In China hadden we genoeg aan een half woord en een, gevoelsmatig vage, afspraak om te komen waar we zijn moesten. Zelfs op onorthodoxe manieren als door een taxi ergens langs de snelweg afgezet worden, waar dan vijf minuten later een bus stopt waarvan de chauffeur op onze naam gereserveerde buskaartjes bij zich heeft. In India leerden we te vertrouwen op het ingewikkelde systeem van treinquota, die altijd wel een oplossing boden bij uitverkochte treinen. Maar in Zuid-Amerika blijkt het allemaal ietsje anders te werken...

Het begon met onze buskaartjes van El Chalten naar Calafate. Die hadden we, zoals wel vaker, via het hostel gekocht. Je ontvangt dan een voucher die je bij het busstation moet omwisselen voor de feitelijke buskaartjes, waarop de tijd en je zitplaatsen vermeld staan. Wij hadden kaartjes gekocht (en dat stond ook op de voucher) voor 8.00 uur \'s morgens, omdat we \'s middags in El Calafate de bus naar Bariloche moesten hebben. Bij aankomst op het busstation bleek echter, dat het hostel een fout had gemaakt bij het doorgeven van de gegevens: ze hadden ons geboekt voor de middagbus. Omruilen kon niet, want de bus van 8.00 uur was inmiddels vol. Kortom, nieuwe kaartjes bij een andere busmaatschappij, die gelukkig nog wel plaats had om 8.00 uur, en dubbele kosten. Een poging om te reclameren bij het hostel liep op niets uit: hadden we de oorspronkelijke kaartjes maar moeten annuleren. Beetje jammer dat niemand ons op die mogelijkheid had gewezen...

Nadat we in Puerto Montt onze huurauto hadden opgehaald, zetten we koers richting Chiloé. Met de pont staken we de zeestraat naar het eiland over en reden naar het stadje Ancud, ons reisdoel voor die dag. Met het gemak van een huurauto in het vooruitzicht hadden we, anders dan we normaal gesproken doen, besloten niet vooraf via internet een hostel te boeken maar nu eens te experimenteren met het reizen op de bonnefooi, zoals ‘echte backpackers\' doen: bij diverse hostels langs gaan, kamers bekijken, prijzen vergelijken en dan pas kiezen. Je moet alles een keer proberen nietwaar? En inderdaad: je moet alles één keer proberen. Het beviel slecht. Mij althans, want Roland heeft meer geduld en vertrouwen dat dingen goed komen dan ik. Nadat we bij het eerste hostel alleen nog een kamer met een minitwijfelaar konden krijgen, bij het tweede hostel de enig beschikbare kamer onder onze neus aan een ander werd vergeven terwijl wij bij de auto stonden te beslissen en de dame van het ‘VVV\' tevergeefs een paar andere (betaalbare) adressen had geprobeerd, was mijn bonnefooi ver te zoeken! Natuurlijk kwam het, zoals uiteindelijk altijd, nog goed (heel goed zelfs, want toen we toch maar voor de minitwijfelaar gingen bleek daar weliswaar al een ander in te liggen, maar wij kregen vervolgens een royale ‘driepersoonskamer voor de prijs van twee\'), maar de stress die dit na een late aankomst op Chiloé opleverde was niet erg aangenaam.

Soms komt het niet goed. Via e-mail nam Roland vanuit Ancud contact op met een aanbieder van vliegvisexcursies in Puerto Varas, vlakbij Puerto Montt in het merengebied. Daar zouden we immers op de terugweg van Chiloé weer langs komen en hij wilde steeds al een kennis maken met deze manier van vissen. Al snel kreeg hij antwoord: ja hoor, een excursie van een halve dag op de gewenste datum was mogelijk, tijd en plaats werden afgesproken en de afspraak was bezegeld. Dus (via internet) een overnachting geregeld in Puerto Varas en iedereen blij: Roland met het vooruitzicht op zijn visuitje en ik met de zekerheid van een leuk hostel. Het zegel bleek echter niet lang te plakken... Dezelfde avond kwam er een mailtje van de visser: helaas, de excursie werd geannuleerd. Het plaatselijke ‘VVV\' had namelijk een dagexcursie geboekt en nu zat hij vol. Graag tot de volgende keer. Tja... daar zit je dan: geen excursie en wel een hostelovernachting (die je niet meer kosteloos kunt annuleren) in een plaats waar je verder niets te zoeken hebt. Daar mag je best een uurtje chagrijnig van worden. Inmiddels heeft hij overigens een geslaagde vistuitje achter de rug, bij een andere visser uiteraard!

Soms lijkt het alleen maar of het niet goed komt. Na de tussenstop in Puerto Varas togen we naar Pucon, een toeristische maar heel gezellige vakantieplaats aan de voet van de Villaricavulkaan. Via een online reserveringsformulier hadden we ons aangemeld voor de beklimming van de vulkaan, de dag na onze aankomst in Pucon. De weersverwachting voor die dag was namelijk top (dergelijke excursies worden geregeld afgelast als het te hard waait of het te slecht weer is op de berg). Via e-mail hadden we nog wat aanvullende gegevens doorgeven en we moesten op de dag van aankomst langs het kantoor van de organisator van de excursie, om de benodigde uitrusting (schoenen, kleding, etc.) te passen. Zo gezegd, zo gedaan. Nadat wij ons hadden gemeld, begon de jongen achter de balie wat moeilijk te kijken, want hij kon onze naam niet vinden op de lijst. Toen wij uitlegden dat via e-mail een en ander geregeld was, ging hij nog moeilijker kijken en begon druk te scrollen door de mailbox. Vervolgens kwam hij met een vaag verhaal dat de excursie al vol zat toen wij onze gegevens hadden gemaild en dat hij ons daarom geen bevestiging van de boeking had gestuurd...ja, ja. Een snelle blik op het beeldscherm deed ons eerder vermoeden dat ‘iemand\' had zitten blunderen en onze e-mail helemaal niet had gelezen, maar ja: daar schoten we weinig mee op. Een telefoontje naar de baas van het spulletje mocht niet baten: vol was vol. Uiteraard waren wij welkom om een dag later deel te nemen, maar dan ging het wel ‘een beetje waaien\'. Op dat moment, terwijl de rook al zowat uit onze oren kwam van frustratie, greep een collega in. Zij bood aan contact op te nemen met een concullega, die even goed bekend stond als zij (dat klopte, want dat hadden we al in de Lonely Planet gelezen), om te kijken of die nog plaats had. En gelukkig, dat was het geval. Zij reserveerde direct plaatsen voor ons en vervolgens meldden wij ons daar om alsnog schoenen, jassen, broeken en andere uitrusting te passen voor de excursie.
De beklimming van de Villarica was super! Hoewel de klim heel steil en daardoor zwaar was, vooral het laatste stuk op stijgijzers door de sneeuw, was het een heel bijzondere ervaring om in een rokende vulkaankrater te kunnen turen. En nog leuker om daarna, gewoon op je achterste, door de sneeuw het hele eind weer naar beneden te roetsjen! Alles met geweldig uitzicht natuurlijk.

En soms komt er helemaal niets. We maakten ons al een poosje zorgen over ons budget. Het geld lijkt hier, in tegenstelling tot in Azië, als sneeuw voor de zon te verdwijnen en soms lijkt het wel of we iedere dag het maximale bedrag staan te pinnen. Anders dan in Azië zijn de bezienswaardigheden of ‘things to do\' hier vaak alleen via georganiseerde tours te bereiken of uit te voeren. En aangezien het hier nog hoogseizoen was, betaalden we voor iedere excursie de hoofdprijs. De beklimming van de Villarica, bijvoorbeeld, kostte ons zo\'n slordige € 160,-. Dat is veel als je low-budget probeert te reizen. Kortom: tijd voor ‘rijp beraad\' over het vervolg van onze reis, om te voorkomen dat we bankroet terugkeren eind april. Na een flinke dosis huis- en rekenwerk, kwamen we tot de conclusie dat de attracties, die nog in het verschiet lagen, vaker met het OV of de benenwagen te bereiken waren en daarmee tegen flink lagere kosten dan we tot nu toe hadden gehad. Ook verwachtten we dat de prijzen van hostels wat zouden dalen, aangezien afgelopen maandag de scholen weer begonnen zijn, na de zomervakantie hier. Dus: zuinigheid met vlijt blijft het devies, maar financiële noodscenario\'s (zoals eventueel eerder terugkeren naar huis) zijn niet aan de orde. Aan de slag dus met het maken van een gedetailleerde reisplanning. Immers: hoe eerder je boekt, hoe meer keuze er nog is in de goedkope accommodatie.
Bij het busstation hadden we gecheckt (en gedubbelcheckt) op welke data bepaalde bussen reden en op basis van die informatie maakten we de planning en boekten we de hostels. Het kost even wat tijd, maar dan heb je ook wat! Of toch niet? Vanmiddag meldden we ons opnieuw op het busstation om naar Santiago te gaan. En wat schetst onze verbazing? Op de datum (over anderhalve week), die we eerder gecheckt en gedubbelcheckt hadden... rijdt er geen bus naar de door ons gewenste bestemming. Nadat we ons door drie verschillende medewerkers hadden laten overtuigen, kochten we uiteindelijk maar kaartjes voor een andere datum. En dus hebben we nu weer huiswerk, want we moeten de boekingen voor de inmiddels gereserveerde accommodatie weer wijzigen. Zucht... Gelukkig kan dat tegenwoordig allemaal heel eenvoudig, via internet, maar we worden er wel een beetje moe van!

Tja, en dat iemand in Florida vindt dat hij met onze creditcardgegevens zijn boodschappen moet afrekenen en zijn auto vol moet tanken: daar werden we ook niet blij van. Gelukkig was het veiligheidssysteem van die goeie ouwe Rabobank perfect en kregen wij al bericht van vermoedelijk misbruik voordat we zelf iets in de gaten hadden. Met een telefoontje en wat mailtjes was het opgelost: het geld (gelukkig maar een paar tientjes) staat alweer terug op onze rekening en een nieuwe creditcard ligt thuis klaar. Gelukkig wedden wij nooit op één paard en hebben we nog een andere creditcard bij ons. Niettemin zijn het van die momenten dat de moed en reislust je even in de schoenen zinkt, als je een aantal van dit soort ‘akkefietjes\' achter elkaar hebt. Totdat je weer een schitterende wandeling naar, bijvoorbeeld, de Crater Navidad maakt en je gegrepen wordt door het bijzondere landschap, of de hartelijkste hostelgastvrouw van de afgelopen acht maanden treft in Valparaiso (die zonder morren een al geboekte nacht in haar eigen hostel annuleert en in plaats daarvan een ander hostel in Santiago voor ons regelde, omdat we anders niet op tijd op het vliegveld konden zijn voor onze vlucht naar Paaseiland). Dan stap je daarna toch maar weer midden op de snelweg uit de bus en dan staat er, zoals afgesproken, een(schat van een) taxichauffeur al naar je te zwaaien om je naar zijn huis vlakbij de luchthaven te brengen. Als je dan ook nog door zijn vrouw ontvangen wordt met een Chileense welkomstkus, zoals hier gebruikelijk onder vrienden, en een kopje thee, dan is de reislust weer terug.
Niettemin moet gezegd dat Chili en Argentinië in ons op geen stukken na zo verwonderen zoals Azië. De natuur is hier schitterend en op veel plekken bijzonder, maar het feest der herkenning (zie vorige blog) en de minder kleurrijke mensen, in ieder geval wat hun uiterlijk betreft, leiden ook tot minder fascinatie. Het reizen voelt hier meer als op vakantie zijn dan als de wereld ontdekken. Waarover wij overigens niet klagen... Voor de komende week staat het mysterieuze Paaseiland op het programma: wij laten ons verrassen!

Zet je GPS eens op shuffle (Loesje)

Vanuit de bus zien we hoe mistflarden als dunne, doorzichtige pannenkoeken zo\'n tien meter boven de grond hangen. Het is nog vroeg, vijf over acht, en we zijn een halfuurtje onderweg van Bariloche in Argentinië naar Puerto Montt in Chili, een busrit van zo\'n vijf uur. De zon komt nog niet overal over de bergen heen, dus het dal waardoor we rijden ligt in de schaduw. De grond is bedekt met een dikke laag as van een vulkaanuitbarsting, die een paar jaar geleden het toerisme in deze regio ernstig ontregelde. We krijgen formulieren uitgereikt, die we moeten invullen om aan de grensformaliteiten te voldoen. Men wil vooral weten of we plantaardige of dierlijke producten bij ons hebben, Chili controleert hier streng op ter voorkoming van mond- en klauwzeer en fruitvliegjes. Van medereizigers hoorden we laatst dat zij snel al hun ‘koek en zopie\', die ze voor hun urenlange busreis hadden ingeslagen, moesten verorberen, omdat deze anders in de vuilnisbak van de douane zou belanden. Wij hebben dus gezorgd dat we niks meer in voorraad hebben in onze tassen.
Na drie weken verlaten we vandaag Zuid-Patagonië (zowel de Chileense als de Argentijnse provincie) en het merengebied net daarboven, om in Chili het schiereiland Chiloë en de meren en vulkanen in de provincie Sur Chico te gaan verkennen. We hebben voor die gelegenheid een auto gehuurd, want sommige bestemmingen in die regio\'s zijn niet makkelijk of frequent per bus bereikbaar. Hopelijk verdwalen we niet. Sinds onze aankomst hier, op het zuidelijk halfrond, schijnt de zon in het noorden en staat onze interne GPS daardoor ongewild op shuffle. We hebben soms moeite ons te oriënteren: raken in de war over noord en zuid en zijn geneigd de verkeerde kant op te lopen. Het richtinggevoel moet dus worden genegeerd en steeds beredeneren we waar we naartoe moeten. Afijn, het gaat al drie weken goed, dus met de auto zal het ook wel gaan lukken.

Na de overdaad van cultuur en verwondering in Azië, was het verfrissend om de prachtige, veelal ongerepte natuur van Zuid-Patagonië te kunnen verkennen. Hoewel het landschap grotendeels kaal en eindeloos is, zijn er verschillende nationale parken op de mooiste plekken van de zuidelijke Andes. Ruige bergtoppen, meren, gletsjers, pittoreske vergezichten: allemaal even schitterend en voor ons ‘geestverruimend\', waar Azië bij tijd en wijle meer ‘geestvullend\' was. Maar da\'s heel persoonlijk natuurlijk. We troffen, op een enkele dag na, uitstekend weer en onze Goretex regenbroeken, die we ter gelegenheid van de vele geplande wandeltochten toch maar hadden aangeschaft, kwamen slechts één keer kort de tas uit. Het was zelfs een aantal dagen uitzonderlijk warm, met temperaturen dik boven de twintig graden. Korte mouwen en blote benen-weer dus en dat in een omgeving die, zelfs tijdens hartje zomer, bekend staat om stormen van windkracht negen, regen en sneeuw. Wij vroegen ons af waarom mensen op zo\'n plek willen (blijven) wonen. Buiten stadjes van bescheiden omvang (Punta Arenas, de enige grote stad in de hele - grote - regio met zo\'n 130.000 inwoners, Puerto Natales, 18.000, El Calafate 15.000 en El Chalten 600) en de mooie natuur, waar slechts enkele maanden per jaar toeristen op af komen, valt er werkelijk niets te beleven in deze desolate omgeving. Dus waarom dan niet verhuisd naar een plek waar, op z\'n minst, het klimaat wat aangenamer is? Maar die vraag zal wel onbeantwoord blijven.
Het gebied rond Bariloche, waar we de afgelopen vijf dagen doorbrachten, is dichter bevolkt, dichter begroeid en heeft, hoewel ook vaak erg regenachtig, een wat milder klimaat dat Zuid-Patagonië. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de rozen en lavendel, die hier hun laatste bloei doormaken, terwijl in Punta Arenas de brem nog bloeide en de natuur blijkbaar aan zomerflora niet toekomt.

Het reizen op zich is, tot nu toe althans, minder inspannend dan in Azië. Ten eerste al omdat we de letters op borden, verpakkingen, etc. kunnen lezen en we ons, ondanks onze uitermate beperkte kennis van het Spaans, daardoor goed kunnen oriënteren. Producten in winkels en de supermarkt (waarin dan weer wel opvalt dat de bewakers een kogelvrij vest dragen) zijn minder exotisch dan in India of China en onze hersenen herkennen verheugd allerlei bekende merken. Ook de menukaart trakteert ons op gerechten die wij kunnen ‘thuisbrengen\' en bruin brood bij het ontbijt ervaren wij als een luxe, die we een half jaar gemist hebben aan de andere kant van de aardbol. De hostels hier, feitelijk Bed & Breakfasts, zijn prima: schoon en netjes hoewel ze er soms aan de buitenkant wat krakkemikkig uitzien (maar daarover hebben wij vanuit Azië al eens eerder bericht). Vaak is er een gemeenschappelijke keuken, zodat we niet iedere avond uit eten hoeven en voor de lunch makkelijk sandwiches kunnen maken. \'s Morgens ontbijten we met andere gasten aan één grote tafel, een leuke gelegenheid om andere reizigers te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen. Ook onderweg komen we geregeld ‘bekende gezichten\' tegen en inmiddels hebben we al een paar keer afgesproken met een leuk stel uit Gouda om her en der \'s avonds samen te eten of te borrelen. Onze reisroutes komen niet helemaal overeen, maar over een week of twee zullen we elkaar op Paaseiland weer ontmoeten, want we blijken (onafhankelijk van elkaar) vliegtickets te hebben voor ongeveer dezelfde periode. Een leuk vooruitzicht!
Geregeld doemt de vergelijking met onze ervaringen in Azië op: zagen we in Japan dat huisvuil op straat onder een net werd bewaard, hier legt men het in korven op palen om te voorkomen dat de straathonden de zakken openscheuren. En die straathonden, die ons in Kathmandu en op andere plaatsen \'s nachts wakker hielden, zijn ook hier alom aanwezig en druk met het verdedigen van hun territorium. De toeristen in hippiekleren of een commerciële versie van de lokale dracht ontbreken gelukkig: alleen de ‘locals\' lopen hier in de traditionele ‘gaucho-outfit\' van bandplooibroeken, brede leren ceintuurs en een parmantige baret. Mét een thermosfles en een kopje maté in de hand uiteraard, de Argentijnse groene thee die door een soort metalen rietje wordt gedronken. Hetgeen weer erg doet denken aan China, waar men ook voortdurend met een thermosje warm water onder de arm rondloopt...

De bus stopt: we zijn bij de Argentijnse grens en moeten de bus uit om ons paspoort af te laten stempelen. Voor bussen is er een apart kantoor, zodat we niet aan hoeven te sluiten in de ellenlange rij mensen, die met hun eigen auto de grens willen passeren. Hier moet iedereen zijn auto uit om in het kantoortje de formaliteiten af te wikkelen en daarna mag men met de auto verder. Wij vragen ons af of/hoe gecontroleerd wordt of iedereen het vereiste stempeltje wel ophaalt, maar aangezien onze rij vlot korter wordt hebben we niet veel tijd om ons in dit vraagstuk te verdiepen. Als iedereen weer in de bus zit deelt de assistent-chauffeur, een knappe versie van de onlangs overleden Jules Deelder (maar dan zonder gel en brilletje), koffiekoeken uit, die voor een ontbijt moeten doorgaan maar beter in de categorie ‘zoethoudertje\' passen. Gelukkig hadden wij al voor ons eigen ontbijt gezorgd, want dit is bepaald karig. Er zit ook een suikerzakje en een plastic lepeltje bij voor in de bijbehorende koffie, die wij niet drinken omdat we niet houden van koffie zonder melk.
De bussen zijn uiterst luxe hier. Vorige week reisden we in achtentwintig uur (!) van El Calafate naar Bariloche in een zogenaamde ‘cama\', een slaapbus. Die heeft slechts vierentwintig stoelen, drie brede fauteuils per rij (in plaats van de gebruikelijke vier) met een opklapbare steun voor je benen en heel veel beenruimte en rugleuningen, die ver achterover kunnen. Op zo\'n lange rit krijg je ontbijt, lunch en diner geserveerd, te vergelijken met een vliegtuigmaaltijd, en er is koffie, thee en water aan boord. En een wc en video uiteraard, gelukkig veelal Engelstalige films met Spaanse ondertiteling. Comfortabeler kun je het nauwelijks krijgen. Vandaag zitten we in een semi-cama, met smallere stoelen en minder beenruimte, maar niettemin gerieflijk voor een rit van vijf uur.
Inmiddels zijn we een halfuur en een bergpas verder. De bus stopt opnieuw, ditmaal bij de grenspost van Chili. Jules gaat ons voor de bus uit en naar het kantoortje, maar deze keer wordt ook alle bagage uitgeladen. Nadat ons paspoort gestempeld is, moeten we onze handbagage op de grond zetten en komt een douanier met een hond langs om de tassen te controleren. Aan de hand van de ingevulde formulieren (met de info of je iets aan te geven hebt) worden een aantal koffers en rugzakken gecontroleerd, maar helaas...geen spectaculaire vondsten aan verboden voedings- of andere waren. Alles en iedereen gaat de bus weer in en nadat het bagagejongetje zijn fooi is komen ophalen (in- en uitladen is tenslotte zwaar werk en zal we niet zoveel betalen) rijden we verder naar Puerto Montt. Gevoelsmatig start daar een nieuwe etappe van onze reis: sowieso omdat met een auto reizen heel anders is dan met de bus, maar ook omdat de omgeving anders zal zijn dan we de eerste weken in Zuid-Amerika hebben leren kennen. Na eerst bij Puerto Natales de grens naar Chili/Argentinië gepasseerd te zijn, ‘hoppen\' we nu opnieuw de grens over en binnenkort zullen we, na ons bezoek aan Paaseiland, weer terugkeren naar Argentinië om daar de mooie stad Cordoba te gaan bezoeken. Dus ook in dat opzicht staat onze GPS op shuffle...en het bevalt ons prima!

Florida\'s keerzijde: wreed!

Lieve vrienden, de hoogste tijd om jullie weer eens bij te praten over onze avonturen. De afgelopen weken hebben we behoorlijk ‘verzaakt\' voor wat betreft het blog. Op de een of andere manier was er steeds geen tijd, inspiratie, zin of gelegenheid om eens goed te gaan zitten voor ons verslag. Of kwam het misschien doordat we verdiept waren in (thanks Roald!) de Hongerspelen-trilogie? Wie weet? Maar...hier zijn we weer!

Nadat we ontsnapt waren aan de breakfast-get-together in het ‘outdoor-bejaardentehuis\', reisden we zuidwaarts richting de Florida Keys. We hadden ons daar een wat idyllische voorstelling van gemaakt: een sliert eilandjes met prachtige zandstranden en uitzichten over zee. De werkelijkheid was echter, zoals vaak, weerbarstig. De noordelijke eilanden zijn vrijwel volledig volgebouwd met vakantiehuizen, hotels, (dure, luxe) campings, jachthavens, etc. De weg loopt over het midden van de eilanden, zodat van de mooie uitzichten over zee geen sprake was: dat is voorbehouden aan de vakantiehuizen langs de kust. Er waren wel diverse staatsparken: kleine natuurreservaten ter bescherming van de lokale flora en fauna, waar we vaak ook voor een schappelijke prijs konden kamperen. Zo bezochten we op Key Largo het John Pennekamp State Park, waar we een snorkeltrip naar het rif maakten, met een kano door de mangroven peddelden en vanuit ons luie campingstoeltje een groene leguaan voorbij zagen komen.
Via ‘Robbies\', een klein jachthaventje met vissersbootjes, waar je voor een paar dollar enorme tarpons (vissen) kunt voeren, lekker kunt eten en een kijkje kunt nemen in allerlei rommelmarktachtige kraampjes, en het Curry Hammock State Park, waar we een prachtige staanplaats hadden met uitzicht over zee, reden we naar Key West. De eilanden, die we onderweg zuidwaarts passeerden, waren langzaam maar zeker minder dicht bevolkt, zodat we steeds meer van uitzichten over de mangroven en de zee konden genieten.
Key West, vooral bekend doordat de schrijver Ernest Hemingway daar een groot aantal van zijn bestsellers produceerde en een aantal speelfilms met o.a. Humphrey Bogart, is een leuke plaats en opmerkelijk groot voor zo\'n afgelegen plek. Het toerisme viert er hoogtij, maar desondanks is het gezellig en sfeervol en zijn er interessante dingen te zien. Zo bezochten we (natuurlijk) het voormalige woonhuis van Hemingway, het meest zuideijke punt van de VS (slechts 90 mijl van Cuba), het ‘oudste huis\' van de stad (ooit eigendom van een zeekapitein) en het Little White House, vakantieverblijf van president Truman, die daar veel politiek belangrijke gasten ontving. Van de zonsondergang wordt in Key West dagelijks een feestje gemaakt op Mallory Square, waar zich allerlei straatartiesten verzamelen, om in het licht van de ondergaande zon met veel humor hun kunsten te vertonen. Kortom: een uitje dat de moeite waard was!

Daarna kwamen de Everglades aan de beurt. Het doel van dit grote nationale park is om, ondanks alle invloeden van buitenaf zoals landbouw en onttrekking van water door toenemende verstedelijking rondom Miami, het unieke natuurgebied te beschermen. Het is feitelijk een enorme rivierdelta, waarvan de waterrijkdom zorgt voor een gevarieerde flora en fauna en in de winter zijn er grote populaties aan trekvogels te vinden. Als eerste bezochten wij het zuidelijke deel van het park. Bij het bezoekerscentrum was een korte wandelroute over boardwalks (weet iemand een fatsoenlijk NL-woord hiervoor?) uitgezet, waarlangs het werkelijk wemelde van de alligators, schildpadden, allerlei soorten vogels en vissen. De alligators lagen vlak langs het pad, maar dat scheen iedereen heel normaal te vinden, dus wij deden ook maar alsof het gewoon was...Ook de vogels, kalkoengieren, verschillende aalscholversoorten, reigers, etc., waren absoluut niet schuw en bleven rustig op het hek of pad zitten als wij langs liepen. Niettemin is het de wreedste plek waar we ooit geweest zijn, zoals Roland opmerkte: ‘Alles jaagt hier op alles.\' Kleinere vissen moeten uitkijken voor grote vissen, alle vissen moeten uitkijken voor de vogels, onoplettende vogels worden gepakt door alligators. De alligators lijken geen vijanden te hebben totdat je de toenemende menselijke invloed meetelt: de prehistorische lelijkerds moeten het veld ruimen voor verstedelijking en landbouw en de minder succesvolle +Amerikaanse krokodil wordt zelfs met uitsterven bedreigd. Desondanks genoten we van het natuurschoon en vooral de vele dieren die we zagen.
De Flamingocamping, aan de zuidkust van het park, lag op een stille plek omgeven door natuur. Tijdens een korte wandeling rond de camping zagen we grote uilen in de schemering vliegen, op zoek naar een lekker hapje en ontdekten we in een boom een afgestroopte slangenhuid hangen. Ook loerden we door onze verrekijker naar een nest visarenden, waarin jongen gevoerd werden door een oudervogel.
De volgende dag stond de ‘Shark Valley tram tour\' in het noordelijke deel van de Everglades op het programma. Heel Amerikaans: met bejaarden en kleine kinderen in het treintje door het park

\"Cool\"
. Het alternatief was fietsen, maar de route leek ons niet erg aantrekkelijk en bovendien waaide het hard en dan is fietsen in de open vlakte ('want de Everglades is geen jungle, alleen in Hollywood', zoals de gids tijdens de tramtour opmerkte) geen pretje en bovendien waren we geïnteresseerd in de informatie van een gids, ofwel de ranger, zoals dat hier heet. Tijdens de tramtoer amuseerde hij ons met een aantal wetenswaardigheden, zoals dat de alligator ‘the only guy in the block is with a pool\' (graaft kuilen om over dieper water te kunnen blijven beschikken in de droge tijd. Hierin groeien wilgen, waaraan je de alligatorpoel van ver kunt herkennen). ‘And what happens if you have a pool? You get guests!\' En zo voorziet de alligator zichzelf dus van een onuitputtelijk lopend (vogel-)buffet.
Tijdens onze rit naar het meest westelijke deel van het park, passeerden we nog het Big Cypress National Park, waar achter het bezoekerscentrum een aantal manatees (zeekoeien) rondzwommen tussen de mangroven. Niet dat we er veel van te zien kregen, want doorgaans komen deze dieren alleen met hun neus boven water, maar ach...het gaat om het idee en we hebben ze gezien! Aan de westkust, tenslotte, maakten we nog een boottrip langs de Ten Thousend Islands en zagen we een visarend met een prooi in zijn klauwen voorbij vliegen. Ook de pelikanen, witte en bruine, zijn altijd fotogeniek en het weer werkte, zoals steeds tijdens ons verblijf in Florida, weer van harte mee om er (alweer) een heerlijke dag van te maken.

Met spijt namen we dus afscheid van de prachtige Everglades en het camperleven om weer terug te keren naar Miami, voor onze lange vlucht naar Zuid-Chili.

Terug van weggeweest (of…weg van teruggeweest?!)

Als we bij onze camper aankomen, zit er een briefje tussen het handvat van de deur. Barbara (!) en Rod, van plaats nr. 20, nodigen ons uit voor de breakfast get-together met ons ‘straatje\' op de camping, morgenochtend om tien uur. We moeten een ‘breakfast-item\', een stoel, ons favoriete drankje en zo nodig een trui of vest meebrengen, voor koffie wordt gezorgd. Roland is teleurgesteld, want ons plan is om morgenochtend vroeg te vertrekken naar Key Largo, dus deelname aan de get-together zit er niet in. Hij ziet de humor wel van het prikken van een ontbijtvorkje met Florida\'s zogeheten ‘snowbirds\', maar ik ben niet zo sociaal dat ik daar op zit te wachten en ben dus heimelijk opgelucht dat ik geen acte de presence hoef te gaan geven. Bovendien hebben de snowbirds, de - veelal gepensioneerde - overwinteraars, die vaak maandenlang in hun touringcar-size campers op dezelfde camping bivakkeren, ons aardig in de problemen gebracht, want door hun enorme aantallen is er nauwelijks nog een betaalbare kampeerplek voor ons over. Natuurlijk, voor $ 60,- of (veel) meer per nacht kun je altijd wel ergens terecht, maar afgezien van dat een dergelijk bedrag niet binnen ons budget past, vinden wij het belachelijk hoog en gebruiken wij de meeste campingfaciliteiten toch niet, omdat we meestal op stap zijn. Vanochtend hebben we dus een paar uur op het internet zitten surfen om onze kampeerroute voor de komende anderhalve week uit te stippelen en zijn daar uiteindelijk - ad maximaal $ 35,- per nacht, stuk beter nietwaar? - na veel zoeken in geslaagd. Gelukkig was het een goede dag voor dit soort klussen, want het was grijs en frisjes (naar schatting een graad of zeventien) na een aantal voor de tijd van het jaar ongebruikelijk warme dagen in Miami. Prima weer voor de rust- en klussendag dus, waar we - na alweer zes dagen onafgebroken op pad - aan toe waren. Na een heerlijk drieweeks intermezzo in onze Nederlandse comfortzone, waarin we gezellig druk waren met het bijpraten met familie en een aantal vrienden (we hebben ervan genoten!), zijn we op 12 januari weer afgereisd.

Onze eerste stop tijdens deze tweede etappe was Londen. Onderweg, toen hij koffie ging halen in de trein, waande Roland zich weliswaar weer even terug in India. De bediening in de restauratiewagen was zó traag en inefficiënt, dat de gemiddelde service in India er heel positief bij afstak! Nadat we onze bagage in het jeugdhostel tegenover het aankomststation hadden gedropt, gingen we de stad in. We bezochten onder andere de Houses of Parliament (nadat we toevallig op een metrostation een aankondiging van rondleidingen zagen. Aanrader!), het Freud-museum in de mooie wijk Hampstead en we deden opnieuw een - wederom mislukte ?- poging om iets van moderne kunst te begrijpen in het Tate Modern. De topper daar was een blok bakstenen van twee vierkante meter in omvang en zo\'n tien centimeter hoog...hopelijk wordt de kunstenaar niet gesubsidieerd. Overigens zijn veel musea in Londen gratis te bezoeken, hetgeen wij heel positief vinden in cultureel-educatief opzicht. Door een dergelijke lage drempel worden kunst, cultuur en wetenschap toegankelijker, hetgeen ook te merken was aan de drukte in de diverse musea. Iets vergelijkbaars kwamen we eerder ook al in Azië tegen, waar veel musea of andere (meestal cultuur-historische) attracties voor de eigen inwoners van het land vaak heel goedkoop zijn, terwijl buitenlandse toeristen een veelvoud van de lokale toegangsprijs betalen. Iets voor NL om te overwegen, wat ons betreft!
Andere zaken in ons in Londen opvielen waren, onder andere, dat de meeste metroreizigers hun boek nog ouderwets op papier lezen in plaats van digitaal, zoals we in Azië overal zagen, en dat er opvallend veel Oost-Europeanen werkzaam zijn in de horeca. En dat Londenaren aanmerkelijk stoerder zijn dan de gemiddelde NL-er, want terwijl die de afgelopen weken bibberend naast de kachel zat, troffen we in Londen bij een temperatuur van drie graden Celsius talloze mensen op het terras aan (met, maar ook zónder terrasverwarming) en echt niet alleen om te roken! Rare jongens, die Engelsen...

Voor de naderende sneeuwbuien uit vertrokken we anderhalve dag later vanaf Heathrow richting Miami, waar we landden in een comfortabele 24 graden. Na het uitgebreide beveiligingsritueel bij de douane was onze volgende ervaring tekenend voor Amerika\'s luxueuze subtropische vakantiebestemming voor de rijken: een bagagekarretje op het vliegveld nodig? Geen probleem, je gooit er gewoon $ 5,-in en je mag hem net zo lang gebruiken als je zelf wilt... Als je je karretje later weer inlevert, krijg je je geld niet terug, zoals in NL gebruikelijk is. Voor geld is ieder comfort hier te koop. Heb je dat niet, dan heb je pech. In Miami zagen we meer mensen uit vuilnisbakken eten en sigarettenpeuken van straat oprapen, dan in zes weken India bij elkaar. Blijkbaar zijn arme Indiërs veel inventiever in het overleven dan de sloebers hier...
Gelukkig horen wij bij de groep mensen, die het geld wel hebben. Niettemin namen we geen taxi maar de bus (slechts $ 4,70 met z\'n tweeën voor een rit van drie kwartier, zelf een ritje met het bagagekarretje was duurder geweest ?) naar ons hostel in Miami\'s South Beach: we zijn tenslotte nog steeds ‘budgetreizigers\', hoewel dat begrip hier in Florida (evenals in Londen trouwens) een behoorlijk andere inhoud heeft dan in Azië! Het is weer even wennen in het land van de overtreffende trap: alles is hier groot, duur en ‘awesome!\'. De kleinste pot huismerkjam uit de super is twee keer zo groot als bij AH, als je een colaatje bij de lunch bestelt moet je gelijk een halve liter wegtanken en als je een snorkeltripje gaat maken, moet je meer formulieren en ontheffingen ondertekenen dan wanneer je in NL een hypotheek van een paar ton bij je bank wilt lospeuteren. Zodat je maar goed snapt dat je niemand mag ‘sewen\' als er een vis in je teen bijt...

In Miami genoten we vooral van het prachtige Art Deco-district. Vanwege de ligging aan zee is hier nautische elementen aan de architectuurstijl toegevoegd (zou het ons daarom zo aanspreken?), zodat balkonhekken doen denken aan de reling van een schip en de facades van de panden, veelal hotels, vaak op een scheepsboeg lijken. \'s Avonds zijn de hotels kunstig verlicht met kleurige neonletters en -banden, zonder dat die er goedkoop of kitscherig uitzien. Uiterlijk is belangrijk in Miami. Dat bleek onder meer een opmerking van het hippe latino-jongetje(!) achter onze hostelreceptie tegen één van de vaste hostelgasten: ‘Girl, that dress you wore yesterday? I só want that!\' Ook de tattooshops zijn goed vertegenwoordigd en op Ocean Boulevard, vlak bij ons hostel, ‘cruisen\' de hele avond musclecars heen en weer om te zien, maar vooral om gezien te worden. Zowel \'s morgens als \'s avonds zijn joggers goed vertegenwoordigd langs de strandboulevards, hoewel we ze ook geregeld tegenkwamen bij Starbucks en in de Lincoln Mall: wel in hun sportoutfit, maar zonder zweetdruppels. Blijkbaar is sportkleding hier een gebruikelijke dracht, zonder dat lichamelijke inspanning daarbij noodzakelijk is.

Inmiddels zijn we een week onderweg met onze gehuurde camper, waarover later meer. Voor nu geldt dat we weer terug zijn op ons blog voor het tweede deel van onze verkenning van - voor ons - onbekende bestemmingen. Terug van weggeweest dus, maar ook weg van teruggeweest na het intermezzo van onze ‘kerstvakantie\' in NL. We hopen dat jullie ook nu weer met ons meereizen!